zondag 5 oktober 2014

Zijn de wonderen de wereld uit? [1]

Volgens de quantummechanica is er veel mogelijk dat volgens de klassieke mechanica onmogelijk is, maar toch zien we maar weinig wonderen. Hoe kan dat?

Een voorbeeld van een wonder is dat je in de dierentuin naar een gekooide leeuw kijkt, en dat die even later naast je staat. En dat terwijl de kooi intact is. De leeuw is op een mysterieuze manier ontsnapt.

Met de 17e-eeuwse mechanicawetten van Newton kan in principe uitgerekend worden of zo'n ontsnapping eigenlijk wel kan. Bijvoorbeeld, als je weet hoe sterk de leeuw is, wat het materiaal van de bodem van de kooi is, enz. enz., dan weet je hoe hoog hij maximaal kan springen. Ontsnappen kan alleen als het hek van de kooi lager is dan dat.

Laten we nu eens aannemen dat het volgens de klassieke natuurkundewetten niet kan. Opmerkelijk genoeg kan het volgens de 20e eeuwse quantummechanica wel, maar met een dusdanig kleine kans dat het praktisch nooit voorkomt. Dit wordt wel eens uitgedrukt door vergelijking met de leeftijd van het heelal, bijvoorbeeld: "de kans is zo klein dat het maar een keer voorkomt in 1000 keer de leeftijd van het heelal". Dit maakt inderdaad aannemelijk dat het niet voorkomt in die ene keer dat ons heelal bestaat, laat staan tijdens een dierentuinbezoek.

Aannemelijk, ja, maar het is voor mij geen afdoende argument. Er zijn namelijk onnoemelijk veel van dit soort zeer zeldzame gebeurtenissen te verzinnen. Bijvoorbeeld dat de leeuw op 1 meter afstand van je verschijnt, of 2 meter, of ... En het geldt ook voor andere dieren. Maar ook een boom kan spontaan breken, terwijl de klassieke mechanica dat verbiedt. Kortom, er is een duizelingwekkend aantal wonderen te verzinnen, die allemaal duizelingwekkend onwaarschijnlijk zijn. Maar wat is dan de kans op een wonder? Dat is dat duizelingwekkende aantal maal een duizelingwekkend kleine kans. Ik zou niet weten hoe je dit uit moet rekenen, laat staan dat ik weet hoeveel dat is. De quantummechanica geeft geen uitsluitsel over het aantal wonderen dat we waarnemen.

We kunnen bij Stevin (1548-1620) te rade gaan voor de oplossing van dit raadsel. En dan met name zijn motto:

Wonder en is gheen wonder

Hij had dit motto omdat hij vond dat zaken die eerst wonderlijk voorkomen na zorgvuldige bestudering begrepen worden en dan gewoon zijn. Denk aan kometen die eerst als een goddelijke vingerwijzing werden gezien, maar later als een natuurverschijnsel waar een zeker patroon in zit. De mensheid gaat volgens deze visie steeds meer wonderlijke zaken begrijpen.

Blijkbaar verkeren we in een soort van evenwicht met de wereld, waardoor we niet voortdurend van de ene in de andere verbazing vallen. De wonderen zijn de wereld dus niet uit, maar we raken er - met Stevin - aan steeds meer gewend.



 Catweazle's "electrickery"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten